Op 8 november 1932 werd de nv Ons Rustoord opgericht om zowel aan volwassenen als aan kinderen een luchtkuur aan te bieden. Het was een project van de Christelijke Mutualiteit van Kortrijk en telde onder de stichters onder meer Alfred de Taeye (Kortrijk 1905 - Leuven 1958, CVP-volksvertegenwoordiger 1946-1958, burgemeester van Kortrijk 1948-1950, minister van Volksgezondheid 1950-1954). De bouwgrond werd in januari 1933 aangekocht en de Torhoutse architect Willem Nolf kreeg de opdracht het gebouw te ontwerpen. Kanunnik Achiel Logghe coördineerde de bouw. Het gebouw sloot dichter aan bij Westende-Dorp dan bij de badplaats. Reeds op 11 augustus 1933 arriveerden de eerste kinderen. Dat jaar ontving Ons Rustoord 474 kinderen. In 1936 liep dat cijfer op tot 1.241. Na de Tweede Wereldoorlog werd Ons Rustoord zelfs niet meer voor volwassenen gebruikt. Maar eind jaren 1970 kwamen steeds minder kinderen naar het home en in 1980 werd Ons Rustoord opgenomen in het gezinsvakantiecomplex van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW): Zon en Zee (gesticht in 1952). Het domein Zon en Zee telde dan vijf hectaren en nam dus letterlijk en figuurlijk een belangrijke plaats in in Westende. Er vonden familiefeesten plaats, het Davidsfonds en andere verenigingen organiseerden er optredens, sportieve verenigingen vonden er onderdak en scholen gingen er zwemmen. Vanaf de jaren 1980 werd Zon en Zee buiten het hoogseizoen een asielcentrum. De Belgische staat kocht het vakantiecentrum in 1999 van de Christelijke Mutualiteit voor 13,6 miljoen euro om er een asielcentrum van te maken. Vlak voor deze verkoop, was het vakantieoord nog vernieuwd. Zon en Zee deed dienst als asielcentrum tot eind 2003. Na klachten van vooral handelaars - die hun inkomsten uit het toerisme zagen dalen - besliste een rechter in 2003 dat het asielcentrum gesloten moest worden omdat het domein volgens het Bijzonder Plan van Aanleg bestemd was voor recreatie. Daarna stonden de gebouwen twee jaar leeg. Een consortium van een zevental kustmakelaars kocht eind 2005 het domein aan voor iets meer dan 9 miljoen euro.
Meer info
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Ons Rustoord een directrice met een kajottersverleden (Katholieke Arbeidersjeugd) en een verpleegstersdiploma: juffrouw Adeline Van Kerckhove. De doelgroep bestond toen uit kinderen van 2 tot 14 jaar, die er kwamen voor een preventieve luchtkuur of omdat hun gezinssituatie een opvang noodzakelijk maakte. De kinderen verbleven er drie maanden en werden ingedeeld in groepen volgens leeftijd. Jongens zaten bijvoorbeeld bij de stormvogels of de zeewachters en meisjes bij de zeemeeuwen of de edelweisjes. De kinderen kregen er tijdens hun verblijf ook onderwijs. In de zomer kon het aantal kinderen oplopen tot vijfhonderd. De speelzaal en de klaslokalen werden dan ingericht als slaapzalen.
Extra
Het uniform van de meisjes van Ons Rustoord bestond aanvankelijk uit een zwart kleedje met witte kraag en een witte band in het haar. Na de oorlog was er geen uniform meer. De monitrices moesten wel een witte schort dragen, ook op het strand, zodat ze makkelijk door de kinderen konden gespot worden.<!--[if !supportEmptyParas]--> Het personeel in Ons Rustoord veranderde vaak omdat de monitrices stopten met werken toen ze trouwden. Het was dan ook gebruikelijk dat monitrices permanent in het home verbleven. Er moest vast personeel voorzien worden gedurende het hele jaar en tijdens de vakantie werden jobstudenten aangenomen. Ondanks het feit dat de Christelijke Mutualiteit (CM) kinderen naar Ons Rustoord stuurde, volgden de monitrices geen opleiding bij Preventieve Luchtkuren (opgericht in 1947), een dienst binnen de CM die de kindervakanties organiseerde. De vaste medewerksters hadden meestal wel een opleiding kinderverzorgster.
In een brief van directrice Van Kerckhove aan dokter Van den Bossche van het NILOS (het huidige Bloso), geschreven op 28 december 1959, vraagt de bestuurster maatregelen inzake het toenemend wegverkeer en kaart ze 'het probleem van de moraliteit langs de kust' aan: 'Ook deze kwestie vraagt dringend, gepaste maatregelen. Het is niet enkel betreurenswaardig maar zelfs onaanvaardbaar dat de kinderen die hier komen voor een herstel- of vakantieperiode blootgesteld worden aan de vaak verergernisgevende houdingen en tonelen, waarvoor een beschaafd mens zich schaamt en die op het kindergemoed een onuitwisbare indruk nalaten. Wij hoeven stellig geen nadere gegevens te vermelden betreffende deze feiten, doch vinden het gepast dringend om bescherming van de kinderen te vragen.' Bron: Gemeentarchief Middelkerke, WL 791.
Literatuur
M. CONSTANDT, Ons Rustoord in Westende. In: Kinderkolonies. Zon, zee en discipline. Deel 1, p. 27-32, speciaal nummer van Graningate, (2008)110, p. 67-72.
K. DAVID, A. DE WEIRT, T. KARAKAYA, Interviews Ons Rustoord, UGent, 1e master Pedagogische Wetenschappen, opleidingsonderdeel Kindstudies, academiejaar 2008-2009.
S. BUELENS, D. MONTE, J. VLIEGHE, Interviews Ons Rustoord, UGent, 1e master Pedagogische Wetenschappen, opleidingsonderdeel Kindstudies, academiejaar 2008-2009.
D. PERTZ, Het sociaal toerisme. In: Te kust en te kuur. Badplaatsen en kuuroorden in België 16de-20ste eeuw, Brussel: ASLK, 1987, p. 166.
Bronnen
Gemeentarchief Middelkerke, WL 791, Brief aan gemeentebestuur Westende, 29 december 1959.
Ik ben nu 58 en ging van mijn 9 tot 11 jaar op vakantiekolonie in Ons Rustoord in Westende. Het werd georganiseerd door de gemeente Machelen en omdat ik in mijn jeugd nogal astmatisch was, kwam ik in aanmerking voor een verblijf. Het eerste jaar ben ik er een maand geweest, de andere jaren maar veertien dagen. Ik herinner me vooral de sjaaltjes die we droegen als we op stap gingen naar zee, de marspassen in rijen van drie of vier, de liedjes die we zongen terwijl we stapten ... Er was een 'leidster', juffrouw Mia, bij wie ik me goed voelde. Het laatste jaar dat ik ging, was ik zowat haar rechterhand, want ik was een ancien! Ik mocht mee de kleintjes in bed stoppen, ze eten geven, ze wegen bij het binnenkomen en het eindigen van de vakantie en dergelijke. Wat ik me nog herinner van de slaapzaal: we sliepen met velen en tijdens de rust waren deken en laken opgerold naar achteren. We moesten bovenop het deken liggen, maar ik kon niet slapen zonder mijn voeten onder het deken te wurmen. Ik weet nog dat dat niet mocht, maar dat ik het toch gedaan kreeg. Ik heb zeker geen trauma overgehouden aan die tijd, maar mijn kinderen hebben dit nooit moeten doen. Ze gingen wel op kamp met de Chiro of op sportkamp, maar altijd met vriendjes, nooit moederziel alleen. Misschien tilde ik daar dus onbewust wel aan. Ik ben later wel ook monitrice geworden bij de CM en leidster in de Chiro. Waarschijnlijk waren de vakantiekolonies in die tijd wel een weldaad. Of ze nu nog nodig zijn weet ik niet.
Emma De Raes, 31 augustus 2008.
Ons Rustoord
We woonden in Evergem na de oorlog; toen al zeven kleine kinderen en heel arm, zoals veel gezinnen toen waren. […] Ons moeder, altijd zij alleen, bracht ons naar zee: mij, mijn jonger zusje en mijn twee jaar ouder broertje. Het instituut werd gerund door een gezette mevrouw, de directrice; haar naam herinner ik me niet meer. Na ontvangst moesten we vooraf onderbroekjes aantrekken die ons moeder nieuw had moeten aankopen; dit stond waarschijnlijk in de algemene voorwaarden. Dat was voor ons totaal nieuw, want in die tijd droegen kinderen geen ondergoed bij ons. Daar werden we gesplitst; zusje naar de meisjes en wij naar de jongens op de speelplaats. We hadden onze regenjasjes van bij de aankomst nog aan. Daar vertelde mijn broer me dat hij daar niet wou blijven en dat hij naar huis ging. Hij vroeg of ik meeging. Ik wou mijn zusje daar niet alleen laten, maar hij was vastberaden te vertrekken. De omheining van de speelplaats was niet ommuurd, maar omheind met betonpaaltjes en tussenwering waar je gemakkelijk doorheen kon kruipen. Zover je kon kijken, zag je duinen met af en toe een afgelegen woning. We werden begeleid door monitrices, waarschijnlijk stages voor jonge meisjes. Ze hadden witte schortjes aan. De juffrouw op de speelplaats zat bij het hoofdgebouw wat te mijmeren in de zon, zodat haar aandacht naar de kinderen niet optimaal moet zijn geweest, want mijn broertje stapte nonchalant door de afsluiting en was weg; ik keek hem verbijsterd achterna en zweeg. ’s Avonds in de refter een drukte van jewelste … Al die lieve vriendelijke juffrouwen probeerden samen met de directrice te achterhalen waar mijn broertje was. ‘Ik weet het niet … Ik heb hem niet gezien!’ Paniek alom! Een paar dagen gingen voorbij, er werd ons niets gezegd, ik vroeg niets. Nadat we thuis waren, heb ik het verhaal gehoord uit de mond van mijn moeder en mijn broer zelf. Hij stond ’s avonds aan de deur in Evergem! Hij moet toen 7 of 8 jaar zijn geweest. We hadden voordien nog nooit de zee gezien. […] Hij had te voet een eind gestapt en gevraagd waar het station was. Daar heeft hij aan mensen gevraagd welke trein hij moest nemen om in Evergem te geraken en heeft zich tussen volwassenen op de trein genesteld om de controle – want in die tijd ging je niet ongecontroleerd op de trein – te omzeilen. Waarschijnlijk heeft de controleur gedacht dat die kleine bij iemand hoorde. Hij was thuis en hoefde niet meer naar de kolonie. Daar, in Ons Rustoord, beleefden we een warm vakantiegevoel: lieve monitrices, heel begaan met de kinderen. Ik herinner me wel enkele minder aangename anekdotes, die waarschijnlijk elk kind wel heeft als het weg is van huis. Zo waren er aan tafel twee die de rest domineerden omdat ze ouder waren. Ik herinner me hun namen nu nog omdat ze me veel angst hebben ingeboezemd: de ene was Italiaan en heette Antonio, zijn vriendje, die ons omwille van zijn grotere gestalte angst kon inboezemen, Walter. […] Als er roerei bij het eten was, moesten we het aan hen geven of … Zo gebeurde tijdens het spel in de duinen dat ze ons gevangennamen en in een bunker – er waren er toen heel veel – staken, wat heel beangstigend was. Al spelend zochten we oorlogsmunitie; veel afgeschoten kogels waren zomaar te vinden in het zand. In de namiddag werden we vergast op een vieruurtje van verse sandwichen en verse melk. Wat een feest, we hadden dat nog nooit gegeten! Ik herinner mij ook de middagdutjes, de nachten in de slaapzaal. In de slaapzaal zelf stonden vele wastafels langs de muur, waar we ons ’s morgens wasten. ’s Nachts stonden we op om de tandpastatuben op te eten; dat was lekkere snoep met muntsmaak! Wat ik vreemd vond, is dat ik mijn zus altijd kon zien vanop afstand, want de speelplaatsen van jongens en meisjes waren afgezonderd. Zo keek ik ook uit naar twee zusjes, een tweeling met blonde paardenstaartjes, Magda en Marie-Jeanne. […] Ik was er een beetje verliefd op, denk ik. In de eetzaal keken we raar naar sommige kinderen die steeds voor de maaltijd glazen patroontjes met iets in, in hun soep moesten doen. Later wist ik dat dit levertraan was om sterker te worden. Telkens wanneer we naar het Rustoord terugkeerden, zongen we hand in hand het 'Rustoordlied'. Ik ken het begin nog steeds: ‘We gaan, we gaan, we stappen lustig aan. Vooruit nu maar, ontvouwt de vaan, de rustoord jeugd treedt aan …’ Met vlaggen in de wind en … Ik herinner me nog altijd het afscheidnemen van ons moeder na een bezoekdag. Het ontroert me nog altijd. Ze had ons een snoep gegeven, ondanks dat ze bijna niets had. Haar zien verdwijnen door de deur, nog eens nawuivend …! Ik herinner mij de natuurpracht destijds, praktisch geen huizen, het mooie paviljoen, alles was mooi en netjes … Ja …
Claude De Scheemaecker (°1943), 3 januari 2009.
Ik herinner me nog dat mama en papa ons wilden bezoeken toen we er nog niet lang waren. We hadden namelijk in de klas allemaal dezelfde brief naar onze ouders moeten schrijven om de volgende bezoekdag te melden. Maar aangezien de andere kinderen er al langer waren en wij maar pas, was dat een zware vergissing. Mama en papa stonden daar met de volumineuse - vooral vooraan vanboven - directrice en ze mochten ons wel even zien en dan vertrekken. En als dat niet goed was, zei de directrice dat ze ons terug konden meenemen naar huis. Natuurlijk veel geween en tandengeknars! Goed. Zij weg en wij gewoon verder: eten en naar de duinen, waar we mama en papa nog in de verte zagen staan kijken naar ons. Ze waren ook van zo ver gekomen. […] Andere herinneringen: - Een van de monitrices heette Denise, en die hebben we later nog eens op een voedingssalon gezien als, hoe noemt men dat? “Demonstratrice” van een of ander keukentoestel. […] - Aangezien we daar tijdens ’t schooljaar arriveerden, hadden we ook nog les, maar alleen in de voormiddag en dan nog wel van een beeldschone, lieve juf Andrée. - We vonden in de duinen kogelhulzen en –punten en ook van die rode cartouchen. - In de vakantie stonden er zelfs in de klassen bedden omdat er zo veel kinderen waren.
Ludo Goossens (° 1947, was in 1955 in Ons Rustoord samen met zijn broer Kris), 10 november 2008.
Lied Ons Rustoord
Liedjes die wij zongen als we met de leeftijdsgroep op stap gingen naar de duinen of naar het strand. We hadden per ‘vendel’ een naam (bv. de Stormvogels, de Witte Kaproenen) en ook een wimpel met een logo of tekening er op. De tekst zet ik hierbij […] 'We gaan, we gaan, we stappen lustig aan Vooruit nu maar, ontvouw de vaan, de Rustoordjeugd treedt aan' (op het wijsje 'Heigh ho, heigh ho' uit de film 'Sneeuwwitje') vervolg: (andere wijze?) 'Met vlaggen in de wind en zonlicht op ’t gelaat, Een nieuwe jeugd gezwind lags nieuwe wegen gaat. Falderie faldera (2x) Falderiariariara faldera Falderie faldera (2x) Falderie faldera langs nieuwe wegen gaat En waar we gaan of zijn, steeds klinkt ons jeugdig lied Een straaltje zonneschijn verlaat Ons Rustoord niet Falderi…' […] Losse herinneringen: Grote slaapzaal met veel bedden. Ieder had zijn eigen bed. ’s Morgens bij het opstaan deden wij op ons knieën naast het bed ons ochtendgebed. ’s Avonds voor het slapengaan werd het avondgebed gebeden: 'Ik ben zo zwak, ik ben zo teer Ik heb U nodig, Lieve Heer, De slechte wereld doet mij beven en zonder U kan ik niet leven.' Deugnieten maakten van de eerste zin: 'Ik ben zo zwart, ik ben vol teer'.
- Grote eetzaal. Middageten had soms een poldersmaakje, vooral de aardappelen en de prei. - Als we in de duinen of op het strand gingen spelen, kwamen enkele monitrices voor etenstijd een grote wasmand brengen met gesmeerde boterhammen - meestal perensiroop en smeerkaas. - Er was een duidelijke scheiding tussen jongens en meisjes. - De kapel werd veelvuldig bezocht voor gezamenlijk gebed of eucharistieviering. - Wekelijkse wasbeurt en propere kledij. - In de voormiddag speelden we op de speelplaatsen achter het grote gebouw of op het (zand)plein daarachter. In de namiddag in de duinen of aan het strand. - Tijdens het schooljaar werd er in de voormiddag les gegeven in de daartoe voorziene lokalen. - We werden steeds begeleid door monitrices, de ene al wat toffer en liever dan de andere. Ik herinner me nog juffrouw Stella (een kort ‘dikske’), juf Germaine (een grote met een speciale neus), juf Marijke (waar ik een boontje voor had) uit Sijsele, ook de toenmalige directrice, een struise vrouw met aanzien en ontzag (en waarvoor we schrik hadden). - De gangbare taal bij de jongens was West-Vlaams, en dat was zeker in het begin een handicap. Bij mijn eerste aankomst kreeg ik van een van de jongens van mijn groep de vraag: 'Vo wo zidde gie?' Als kleine en bedeesde snaak uit een landelijk dorp in Brabant was dat onverstaanbaar. Maar anderszijds was het zo dat ik na drie maanden al een aardig woordje West-Vlaams sprak en men thuis nadien met mij wel zal gelachen hebben.
Kris Goossens (was in 1955 samen met broer Ludo in Ons Rustoord), 23 januari 2009.
Audio
Interview met Piet Servaes. Hij verbleef in 1949 in Ons Rustoord. Interview door studenten UGent in het kader van partim mondelinge geschiedenis.
Je kan ook rechtstreeks het audiofragment downloaden (mp3 - 1.35 MB).
Ik zoek mensen die er in 1958 waren,van 1september tot 1 december.
Rita Bavre
- Ons rustoord Westende
|122.57.194.xxx
|2012-05-03 01:43:10
Heb met interresse gelezen wat men zoal heeft meegemaakt daar.
Veel kan ik herkennen.
Alhoewel ik er nog vrij goed uitgekomen ben. Dus ook met een paar leukere herrinneringen.
Zoals s'avonds toneel spelen.
Improviseren, zwarte Piet spelen, want ik was er ook in november 1958.
Hopelijk reageerd er iemand die er toen ook was. Een meisje heette Amy Moussoux.
Weet niet of de spelling goed is. En een jongen, Andre morree?Zo klonk het in ieder geval. Erg jammer dat er zoveel verdriet was, ook ik had veel heimwee, en kreeg regelmatig een tik van juffrouw Adrienne. Rita Bavre. 3 Mei 2012
Jan Feryn
- mijn verblijf in Ons Rustoord zomer1969
|81.82.255.xxx
|2011-09-03 20:54:57
Ik zat in de kolonie van eind mei tot eind augustus 1969. Ik was er negen.
Ik had de dagen afgeteld. Drie maanden naar de zee, wie heeft zoveel geluk ?Voor we in Westende aankwamen, waren we in Roeselare mijn lievelingsoma gaan bezoeken. Ze lag doodziek en graatmager in het ziekenhuis. Toen mijn ouders op de gang wat stonden te kletsen, ging ik weer binnen, en keek ik diep in haar ogen. Ze kon niet meer praten.
De eerste maand liepen we school in Ons Rustoord. Het was de eerste keer dat ik met meisjes op de schoolbank zat. Ik vond er niks moeilijk aan de leerstof. Blijkbaar zaten we in de school thuis al een beetje voorop.
Ik had wel moeite om in zo'n grote groep te leven, hoewel we thuis ook met vier kinderen waren toen. Ik durfde gewoon niet naar de grote wc en was vast van plan alles 3 maanden op te houden. Ik werd er op de duur duizelig van en deed natuurlijk bijna in mijn broek. Na een week staakte ik de strijd : ik ging een toilet binnen nadat ik een half uur op de wacht stond bij het toiletgebouw en zeker was dat er niemand was.
Twee maal mochten onze ouders ons komen bezoeken tijdens deze periode. Eenmaal waren we aan 't wandelen in een nette rij richting duinen, toen ik mijn buurvrouw herkende in een billenkar. En ja, mijn ma zat er ook op. Ik liep ernaar toe. Ze mocht enkel mijn mouwen opsloven en ik kon opnieuw de rij in. In de duinen heb ik de hoogste top uitgekozen en rondgetuurd of ik de billenkar nog ergens zag.
Ik kan zo tientallen anekdotes vertellen. Beetje raar gedoe daar, achteraf bekeken. Sommige monitrices waren erg leuk, aan andere zat voorzeker een vijs los of zo. Hoe die met kinderen dachten te moeten omgaan.
's Morgens werd je wakker van de beddeplassers. Ze moesten een lange rood-zwart geruit doek omdoen dat met een elastiek rond hun hals zat. Daaronder moesten ze hun kleren uitdoen en ergens in een zak stoppen. My god, was ik blij dat ik niet aan zo'n schandpaal moest worden genageld.
Van het eten herinner ik me niet veel. Het enige gerecht dat ik mijn ma deed namaken achteraf was : witte rijst met tomatensaus en een ei.
Thuis had ik mijn parkiet moeten achterlaten. Ik miste hem, maar in de gang stond ook een kooitje met een parkiet erin. Een tastbare link met thuis. De eerste brief die mijn moeder schreef, daar kleefde een veertje in van mijn parkiet thuis.
Voor de bezoekdag moesten we mee naar zolder en konden we daar een zak met allerlei spullen ophalen. Allemaal was en zo. Spannend, want het was aftellen geblazen.
Op de bezoekdag had ik van mijn ouders een elektrische boot gekregen, een jommekesboek en een zakje "Van Melle" caramelleks. Alles moest ik afgeven. Na het avondeten kreeg iedereen één van mijn caramellen.
Eénmaal werd van iedereen het haar erg kort gesneden. Wat een bruut van een kapper hadden ze daar gevonden ? Wie niet stil zat, kreeg een oplawaai. En zo'n vies gezicht dat die kerel trok. Menslief, wat een arbeidsvreugde.
Op de speelkoer speelden we veel met de pekkels. André Tack uit Waregem was mijn iets oudere vriend.
Terug thuis, waar alles veel kleiner leek dan voor ik er vertrok, stelde ik de vraag die mij bij elk bezoek op de lippen had gelegen : is mémé dood ? Ja, zei ma, terwijl ze stond te afwassen en ze begon te wenen.
Rond 1995 ben ik er eens terug geweest. Eens in de gangen gaan wandelen. De geur van een kwart eeuw ervoor was er nog te herkennen. De parkietenkooi stond er niet meer.
Bruynooghe Johan
- vakantiekolonie
|178.117.138.xxx
|2011-08-30 12:16:42
Wat mij opvalt is het feit dat er verschillende malen melding wordt gemaakt van geelzucht. Zelf heb ik ginder geelzucht gekregen en ook het moeten opeten van uitgekotste pudding heb ik meegemaakt. De herinneringen zijn wel nogal vaag. Ik was pas 5 jaar en was daar met mijn zus Annemie in 1956. Een trauma heb ik er niet van overgehouden maar ik herinner mij het bezoek van mijn ouders en dat ik absoluut mee terug wou gaan. We verbleven er een drietal maanden zonder mekaar te mogen zien.
Van Der Strieckt Frans
- ons Rustoord
|78.21.135.xxx
|2011-08-26 09:36:36
Ik ,samen met broer en zuster Albert en Albertine hebben verbleven in "Ons Rustoord"in de maanden Juni-Juli en Augustus 1956.Wij hadden aldaar geen klachten(misschien omdat de Directrice van onze woongemeente was.)
Kan er iemand melden of Juf Lieve,(secretaresse) nog zou te vinden zijn.
Hilde Willaert
- zon en zee Westende
|178.117.211.xxx
|2011-08-22 16:12:45
Verleden week heb ik in Oostende de tentoonstelling bezocht.
In 1964 verbleven we, mezelf Hilde geb. 1956, Carl(1958), Johan(1959)en Katrien(1960)tijdens deze zomer voor 3 maanden in Westende.De reden was de geboorte van onze jongste broer Stephan, geb. 19 aug. '64.Ik heb nog vage herinneringen en weet nog zaken die me echt bijgebleven zijn.Zoals de scheidingsdraad tss. jongens en meisjes op de speelkoer. Ons zeer korte kapsel.In de rij staan en dan wit poeder uit een blikken spuitbus over je hoofd. We hadden elk een nummer, ook op al onze kledij e.d.De grote slaapzaal met de bedden in lange rijen. Je kreeg géén vers ondergoed. Daar moest je echt zeer op aandringen.De veertien dagen te vroeg weg uit school en nog slechter, veertien dagen te laat in het volgende schooljaar.En bekeken als een soort vreemde komende van mars.De brieven die ik schreef maar die blijkbaar nooit aankwamen in Ieper.En het plots verdwijnen van Carl. Ik zag hem niet meer aan de draad. Heb dan hemel en aarde verzet om te weten waar hij was. En heb hem dan mogen bezoeken in de ziekenzaal, geelzucht. Ik zie dit beeld nog voor me, carl in een wit bed!
Het éénmalige, denk ik, bezoek van de ouders.Met hen een dag aan zee en dan weer afgezet in zon en zee!!!!!Pijnlijk!
Mijn kinderen zijn nooit in zoiets(concentratiekamp) beland.
Wanneer we samenkomen hebben we het er soms nog over. Vooral Carl heeft nog scherpe herinneringen.
Nu zou dit niet meer kunnen op zo'n manier.
Hilde Willaert nummer 108
Luc Lambert
- Ons Rustoord, Westende
|178.117.67.xxx
|2011-08-08 22:40:11
Wat een getuigenissen!
Ik ben nu 63, toen 11.
Pas aangekomen, mochten we om ons verdriet te plengen eventjes naar het huwelijk van Albert en Paola kijken: 2 juli 1959. Een datum en een periode om nooit te vergeten. In het geheugen gegrift noemt men dit.
Mijn broertje van toen 5 jaar, werd compleet afgescheiden. Ik zag hem hunkerend en wenend naar contact vragen, met beide handjes hopeloos aan de afrastering hangend, maar ik mocht er niet eens bij.
Zoals zovelen hier getuigen heb ik daar ook een zekere vorm van Hepatitis gehad.
Ik werd dus ook volledig afgezonderd in een ziekenkamer, op rantsoen van een paar sneetjes geroosterd brood met confituur, zonder voldoende drinken.
Niemand zal me geloven, maar ik heb toen met de hand water geschept uit het toilet om mijn dorst te kunnen lessen, een drinkbeker was taboe.
Ik ben in mijn latere jeugd zelf scouts leider geworden, monitor bij het A.E.P., en ook bij de RTT destijds, met in mijn hoofd de idee over hoe het niet moest. Wel een trauma voor altijd, zoals anderen hier eveneens op dit forum getuigen.
Ik heb trouwens nooit de logica van mijn ouders begrepen waarom zij de kinderen naar dit "rustoord" hebben gezonden.
Het was vakantie: wij hadden eigenlijk geen rust nodig. Wij wilden niet naar een concentratiekamp, want ik heb er geen andere woorden voor.
vermeersch
|91.181.102.xxx
|2011-08-04 22:50:52
Ik ben eenmalig monitor geweest tijdens de zomer 76 (?)Het doet me goed om de getuigenissen te lezen. Die korte periode heeft me nooit losgelaten. Ik was als monitor opgeleid en werkte graag en goed met kinderen. Wat daar van mij als monitor werd verwacht,( door Mr. Denut) was zo onrechtvaardig en onmenselijk. Na drie weken hard werken en vechten tegen de bierkaai werd ik ziek. Ik was 17 en heb daar voor het eerst hardvochtigheid ervaren.
Domi B
- Ons Rustoord
|83.197.10.xxx
|2011-06-27 17:09:02
In 1974 was ik monitrice in Ons Rustoord te Westende, in het begin viel het nog mee, en vond ik het leuk om met kinderen om te gaan, maar het bleef daar niet bij, ik werd gepest en vernederd door een zekere juf en verpleegster M de vrouw van Denut en ook gestraft, dit alles heeft nefaste gevolgen gehad in mijn verdere leven, van de meisjes ging ik naar de jongens om dan tenslotte bij de kleuters terecht te komen, en elke dag naar hetzelfde speelpleintje heen moest, omdat ze mij in de gaten hield. Wanneer ik de wacht had, mocht ik niet slapen, dan hield ik de wacht op een vensterbank, want meermaals werd ik s'nachts verrast door de directrice of de verpleegster, Ik was blij dat ik ging trouwen en uit de kolonie mocht vertrekken. Ik kan boeken vol schrijven vol verhalen...
Luc Lambert
- Ons Rustoord
|178.118.131.xxx
|2011-05-02 19:13:12
Ik gruw wanneer ik daaraan terugdenk.
Zonder verder commentaar.
Miranda
- Ons Rustoord
|178.116.199.xxx
|2011-04-16 22:32:49
Ik ben wss één van de laatste kinderen die in deze kolonie verbleven? Ik was er 3 maanden in '78 '79 & 80.
Ik ging er gewoon kapot van heimwee, elke avond huilde ik me stilletjes in slaap... Nog steeds kan ik plotseling die typische koloniegeur waarnemen, bv in openbare toiletten en dan wordt ik meteen misselijk :-(
Op zaterdagavond en op woensdag mochten we douchen en kregen we dan ook vers ondergoed. De rest van de week was het effe gezicht aan de lavabo en tandjes poetsen. Mijn 7 jaar jongere broertje zat er ook en ik weet nog dat we ons expres pijn deden, dan mochten we om 17u naar de "infermerie" en zagen we elkaar eventjes... Juffrouw Monica zal ik NOOIT vergeten, raar dat sommigen haar naam hier niet durven noemen? Ik plaste gewoon in mijn broekje van angst voor da mens...
Verder weet ik nog dat het eten ronduit slecht was: lever, bol americain enz enz
Als je nog iets bij wou moest je je hand opsteken. Bv 1 voor aardappelen, 2 vingers voor vlees, 3 voor groenten enz.. Op sommige dagen was er animatie, met meneer Nut of Nuts (?)
In mijn tijd was de kubus een nieuwe rage (ik had er geen) en pekkelden we met stenen vaak op de koer.
Bij aankomst was er direkt luizencontrole en eventuele haarsnit. Och god, ik mag gewoon niet aan die tijd terug denken...
bruggeman linda
- ons rustoord (zon en zee)
|213.118.241.xxx
|2011-01-04 19:08:01
Ik ben Bruggeman Linda geboren te Zelzate op 24 -07- 1953 ik was in de kolonie denk ik ,in het jaar 58,59,of 1960 weet het zelf niet zeker,ik was er samen met mijn grote zus Myriam die 7jaar ouder is dan mij,omdat ik niet alleen zou zijn,ik heb ze daar misschien enkele keren gezien ,in de ziekeafdeling,ik was veel ziek en zwak.Ik heb er alleen maar heel slechte herinneringen aan overgehouden, voor zover ik het weet en heel veel angsten doorstaan ,waarvan er nog feiten vast zitten ,waar ik geen antwoord voor heb. Ik wens heel erg iemand te ontmoeten uit deze periode ,om mijn geheugen op te frissen .Er is iets wat ik wel nog weet van soort feest ik denk (kerstfeest) toen waren er pannekoeken en daarin zat een witte boon , een voor de jongens, een voor de meisjes,zij die de boon hadden waren prins en prinsesje en moesten samen dansen, ja toeval of niet ,ik had er een zodus , ik die zo verlegen was moest dansen, daar kwam nog bij dat ik in mijn broekje geplast had en moest dansen zonder broek ,wat was ik beschaamd , volgens ik nog weet zaten alle kindjes in een ronde op de grond, je kan wel denken wat ik toen voelde he! ik hoop zo een metgezel te vinden om de doorstane leed en verdriet van toen om te zetten in positieve vriendschap MVG Linda
Ingrid Van Parijs
- Ons Rustoord
|192.168.1.xxx
|2011-12-20 18:49:41
Ik woon nu in Kaprijke en wil wel contact met Linda Bruggeman voor wat verhalen uit te wisselen,Heb daar ook dezelfde periode gezeten.Ik ben zolaat met reageren omdat ik bewust niet klaar was om de commentaren te lezen.
grtjes Ingrid
valentin van avermaet
- ons rustoord westende
|78.23.39.xxx
|2010-11-30 19:27:12
ik ben nu 74j was in 1950in ons rustoord samen met piet servaes
Debora Kyndt
- westende jaren '70
|78.22.5.xxx
|2010-09-14 14:13:14
In de jaren 70 zijn twee van mijn broers, mijn jongere zus en ik, twee keer drie maanden naar Ons Rustoord geweest. Nu nog gruwel ik van de tijd die we daar moesten doorbrengen. Er was een monitrice, M, ze zal zelf wel weten wie ze is, en samen met mij degene die dit lezen en het herkennen ook, die ik nooit meer vergeet voor de tirannie die ze ons aandeed. Als het niet goed was voor haar dan kon je een kniestoot in je bovenbeen verwachten. Ook werden wij gescheiden van onze broers wat wij heel erg vonden.
Mijn zus moest eens tijdens de rust naar het toilet maar ze mocht niet van monitrice M. Ze moest naast haar bed op haar één been blijven staan. Ik heb haar gezegd dat als ze mijn zus niet liet gaan ik het ging melden aan de andere monitrice. Ik heb veel ongeregeldheden meegemaakt daar en ik heb er niet veel goeds over te zeggen. Misschien was het in de beginjaren allemaal wel beter, in onze tijd toch niet. Mijn broer wil er zelfs gewoon niet over praten, hij heeft dat verdrongen. Juffrouw Denise herinner ik me nog wel en dat was een hele lieve juf. Zij was het enige die situatie nog wat kon verzachten, en de vriendinnetjes die ik toen had ook.
linda
- ons rustoord
|81.246.163.xxx
|2011-01-16 15:27:48
hoi heb daarnet je berichtje gelezen
kan het zijn dat die juf monica heete
want volgens uw beschrijving herken ik maar al te goed die kniestampen in de rijen als we niet goed recht stonden
ik ben nu 46 jaar en heb daar denk 1973 of 1974 een 3 tal maanden geweest met nog een zus en een broer van mij en ik zal ook nie slechte tijd nie zo gauw vergeten hoor
het enigste leuke dat ik daar deed was meedoen aan de paasmis want was rond pasen dat we daar waren
groetjes van een excolloniekindje linda
Stark Carina
- ook ik ben daar geweest in de jaren 70
|81.242.61.xxx
|2011-06-21 20:16:11
Hoi ook mijn 2 broers en ik zijn in de jaren 70 in ons rustoord geweest. Ik ben al lang op zoek naar mensen die daar zijn geweest . Ik weet nog dat onze kleren handdoeken en washandjes een nummer hadden ik had nr 305 of 503 en die hebben bij ons thuis nog lang gediend. Ik herinner me nog dat we als we het eten niet lekker vonden er nog een schep bijkregen. Mijn broers werden van mij gescheiden en de oudste kreeg bloedarmoede en mocht vroeger naar huis. Onze ouders mochten maar om de 14 dagen op beozek komen en dat vond ik erg. Post mochten eerst mijn broers lezen en daarna kwam de post bij mij.
Wie mij nog moest kennen laat dan maar iets weten groetjes van Carina Stark xx
kyndt Debora
- ons rustoord
|178.116.116.xxx
|2011-12-02 20:00:57
Hoi Linda,
Het was inderdaaad monitrice Monica, met de rode krullen.
groetjes Debora
descamps jacques
|84.192.33.xxx
|2010-09-02 10:12:16
Mijn hart bloed als ik die commentaren lees. Zelfs nu nog bijna vijftig jaar later gruw ik van die zogenaamde kolonies. Ik weet nog dat wij, mijn jongere zus en ik, thuis de grootse lastposten waren en dat onze ouders maar wat blij waren dat we voor drie maanden weg waren. Dat ben ik nooit vergeten. Dit verplichte verblijf had niets met mijn gezonheid te maken, ik was een normale jongen met soms ondeugende streken. Mijn zus en ik zijn nooit één dag gelukkig geweest in dat grote kille gebouw met zijn strenge cipiers. Ook ik weende de eerste nacht stilletjes onder mijn dekens. Gelukkig was ik een plantrekker en kon ik al gauw de strenge wetten in de eetzaal omzeilen.Een plastiek zakje in je broekzak transporteerde alles wat ik niet luste naar het toilet. Soep met een vel van een centimeter dik heb ik nooit gedronken, mijn buurman wel!
Linda Van Parys
|91.182.129.xxx
|2010-08-20 15:27:18
Wij mijn tweelingzus en ik waren in de jaren 1959 - 1960 in westende tijdens de vakantie voor maanden . We waren alletwee tenger gebouwd en moesten naar daar om aan te sterken .Ik herinner mij het avondritueel tandenpoetsen. In een lange rij aanschuiven met uitgestoken tandenborstel stond er iemand die ons bediende van tandpasta. Dan mochten we aanschuiven aan de rij lavabo's en werd de hoofdkraan van het water opengedraaid.Als je het ongeluk had om aan het einde te staan had je geen water om je mond te spoelen want de kraan was reeds dichtgedraaid.
Er was een grote en een kleine slaapzaal en tussen die twee was één toilet voor idereen.
Er was tijdens de maaltijden streng toezicht of we wel alles opaten. Mijn zus at niet graag de serieus grote portie platte kaas en we moesten stiekem ons bord wisselen, Ik at beide porties op. Mijn zus daarentegen at mijn deel van de fricandon met rozijensaus op. Zo hielpen we elkaar. Er werd geen tegensraak op geen enkel vlak geduld. Bij regenweer en onweer moesten we onder een grote overdekte gaanderij spelen en luid zingen zodat we het onweer niet hoorden.
Bij aankomst werd zeep, tanpasta en snoep uit de valies gehaald. We mochten geen enkel persoonlijk bezit bij ons hebben.
bij bezoek eens per maand moesten we op de weide daar rechtover samenkomen en werden daar afgehaald. Onze ouders kregen geen toegang tot het gebouw.
Ik heb geen goede herinneringen maar ook geen trauma avergehouden in tegenstelling tot mijn zus.
Va Parys Ingrid
- enkel negatieve herinneringen
|91.182.129.xxx
|2010-08-20 15:17:53
Ik ben samen met mijn tweelingzus en oudste zus op kolonie geweest in 1959, 4 jaar achtereen. Ik heb toch heel andere herinneringen dan de dingen die ik hier zie. Enkel maar negatief.
We kwamen sowieso toe met veel verdriet, mijn tweelingzus en ik. Uit schrik plaste ik in mijn broek en als straf moest ik met mijn onderbroek op mijn hoofd rondlopen. Ik was een slechte slaper en kon dus daar ook de slaap niet vatten. Ik liep wat rond, met tandpijn en kwam op een andere afdeling terecht waar franstalige kinderen een "leuke" vakantie hadden. De monitrice daar wou me helpen en bracht me terug naar mijn afdeling waar mij een flinke straf wachtte. Ik zou die nacht doorbrnegen op de jongenszaal. Wat voor mij een ramp was omdat ik dan de eerste nacht van mijn leven zou doorbrengen zonder mijn zus!
Het eten was niet lekker en als je iets niet luste dan was je toch verplicht het op te eten. Als je durfde te wurgen of overgeven dan kreeg je het bord omgekeerd op je hoofd. En nadien met kleren aan onder de douche. Op een keer kreeg een meisje een klap van de monitrices, ze viel en bezeerde haar heup, de politie is toen ter plaatste geweest. En niemand mocht iets vertellen. Propere was werd van thuis opgestuurd met snoepgoed bij. Maar die werd er op voorhand uitgehaald en kregen we dus niet te zien. De kaarje die we schreven werden gecensureerd. Er waren ook verschillende kinderen die probeerden te vluchten. Ik heb er een trauma aan overgehouden. Heb jaren lang heel slecht geslapen op vakantie. Ik ga nu zelf mee met scholen op schoolvakanties en het is nog maar 10 jaar dat ik daar volledig kan van genieten. Mijn 3 dochters zijn nooit op kamp gegaan omdat ik dit gevoel waarschijnlijk aan hen heb doorgegeven. Ik creerde dan zo'n goede thuis tijdens hun vakanties dat ze niet weg wilden......
Annemie Buys
- Ons Rustoord Westende
|91.182.23.xxx
|2010-08-07 09:54:04
Als 6-jarige verbleef ik in Westende. Die vakantie is het enige trauma uit mijn leven: vergaan van heimwee, eten moeten eten dat ik nog nooit had gezien(b.v. gekookte rijst), vanaf het hek wuiven naar mijn broertje, dat aan de jongenskant ook eenzaam stond te kijken, gecensureerde postkaartjes die door de monitrice werden geschreven en waar ze steevast iets anders op schreef dan wat ik wou nl. 'kom mij zo vlug mogelijk halen',...
Kortom: de tranen schieten mij in de ogen als ik aan die periode denk. Misschien was het initiatief goed voor de gezondheid, maar op emotioneel vlak blijft het een gruwelijke ervaring.
Eliane Van den Berghe
- Ons Rustoord - Westende
|91.182.92.xxx
|2010-07-27 16:01:30
Als negenjarige daar drie maanden verbleven, samen met twee jongere zussen. De herinneringen zijn nog heel sterk en negatief gekleurd !(licht traumatisch)
Bij het aankomen werden we, als zussen meteen gescheiden. k Zal nooit het sjaaltje vergeten dat ik constant moest dragen. Volgens leeftijd werden we verdeeld in groepen met namen als de duinbloemen, de zeemeeuwen, de zeesterren,enz.
Onze lange haren worden meteen (als voorzorg voor de luizenplaag) weggeknipt en geschoren.
De hoofdleidster Monique hield er een militair regime op na ! Marcheren op maat, vooral veel zwijgen en hééééél braaf zijn. Bij het minste vermoeden van ongehoorzaamheid kregen we behoorlijk wat klappen !
Eten was gewoon slecht en onsmakelijk !
De hygiene onvoldoende, geen aandacht voor het kind, alleen oog voor de massa. Veel geweend daar en elke dag gedroomd om te vluchten.
Ik begrijp niet waar deze mensen mee bezig waren !
greta van vaerenbergh
- herinnering ons rustoord westende
|91.182.154.xxx
|2010-07-18 13:35:56
ik was 10; dus in 1966 ging ik samen met mijn broer op vakantiekolonie: tot op heden heb ik enkel onaangename herinneringen aan deze kolonie.
De nadruk op hygiëne die de propanganda brengt heb ik niet ervaren: je wassen aan een lavabo, een maal per week douchen en proper ondergoed, je verse kledij zat achter slot: men gaf je wat je moest aantrekken, de verplichte rust, 'k vermoed dat we zo'n 14 per dag moesten slapen, het eten, bijna verplicht, ook al lustte je het helemaal niet, het moest en zou op. En dan de gesencureerde brieven; een maal heb ik het gepresteerd om mijn brief maar liefst tweemaal te moeten her -schrijven, wandelen en spelen in de duinen. Op het eind was hun doel bereikt: ik woog 2 kg meer dan bij aanvang ( ik was wel aan de obese kant en het was in feite de bedoeling dat ik door veel te bewegen zou vermagerern :-)
de volgende 10 jaar hebben ze me niet meer van huis gekregen.
vangampelaere jaklien
|94.110.9.xxx
|2010-07-12 20:54:48
Ik moet een jaar of 7/8 geweest zijn (in 1959/1960), toen ik samen met mijn
zusje (5), tweelingsbroer en oudere broer (10) naar de kolonie in Westende
moesten. Voor 3 maanden. (ik ken de naam niet meer maar later was daar ZON EN
ZEE). We hebben er enkel heel nare herinneringen aan. We kregen zonder echte
reden slagen, kinderen die van het soms slechte eten overgaven kregen 's avonds
een bord terug, het hunne?? gekorst, stinkend, koud en moesten dit met een
lepel oplepelen. Zaten er bij te braken, dan werden ze bij de haren getrokken.
Mijn zusje die altijd huilde omdat ze bij mij in de groep wou blijven werd als
straf in een voor haar dan, reuzegrote badkuip gestoken met het water tot aan de
lippen. Doodsangsten stond ze uit. Als kinderen in hun bed geplast hadden
moesten ze met de natte broek door de slaapzalen lopen. Wat een vernedering.
Jongens door de meisjesslaapzaal, meisjes door de jongensslaapzaal. Onder de
douche werd opeens de koudwaterkraan opengedraaid.
Naar zee gaan was op kadans,
al zingend met de vlag voorop marcheren. Echt militaristisch.
Slapen moest je
met je hoofd volledig onder de lakens. Kwam je "piepen" kreeg je een
draai om de oren. Op de koer moesten we dan vlaggegroet doen en een lied zingen
"' t Is hier goed 't is hier fijn om op vakantie te zijn. Moeder we gaan nog
niet naar huis, doe ze de beste groeten thuis". Huilend stonden velen dit
te zingen. Dan werd gevraagd wie naar huis wou mocht naar voren komen. O wee,
die zich daaraan had gewaagd kreeg een flinke draai om zijn/haar oren. Wij
durfden onze ouders op de bezoekdag niets vertellen uit angst voor represailles.
Zulke praktijken zijn nu ondenkbaar. Gelukkig maar.
Ik heb gezworen dat later
mijn kinderen NOOIT naar een kolonie zouden gaan. En heb me er dan ook aan
gehouden.
Magda Vinck
- herinneringen
|78.23.137.xxx
|2010-06-11 15:46:21
We zijn daar met 5 kinderen aangekomen op 1 augustus 1965. Ik vond dat er daar veel kinderen waren.Enkele dingen waar ik een hekel aan had waren de momenten van het bad ( ik ging niet graag) en de platte kaas die we moesten eten.
We kregen daar ook les en ik zat met mijn zus in dezelfde klas. Dat was toen vierde, vijfde en zesde leerjaar samen.
Het vak dat ik het liefste deed was breien.Toen mijn zus geelzucht had en op de ziekenzaal moest blijven heb ik zelfs haar breiwerk afgemaakt.
Toen we daar een week waren werd ik ziek. Ik had geelzucht en moest naar de ziekenzaal.Daarna zijn mijn broer en mijn zussen ook ziek geworden. Ik weet eigenlijk niet meer of mijn broer daar wel was.
De sjaaltjes en de uitstapjes naar zee herinner ik me wel.
Ook het feit dat we daar luizen kregen.
We zijn daar gebleven tot februari 1966.
De mogelijkheid om commentaren te plaatsen werd stopgezet op 15/05/2012. Gelieve mededelingen te doen via de knop Contact bovenaan de pagina. Wij danken allen die ons langs deze weg informatie bezorgd hebben!