Menu Content/Inhalt
Home arrow Vakantiekolonies arrow Wenduine arrow Maison du Grand Air
Maison du Grand Air PDF Afdrukken E-mail
Wenduine

Maison du Grand Air
foto

getuigenissen

herinnering

audio

video

Andere namen

Villa Carlier

Adres

Wenduine [gemeente in arrondissement Oostende - BE]: Goedeluchtstraat 10

Architect

Em. Janlet (1910)
Deltenre (1932)

Bestaansperiode

1902-1962

Oprichter

Œuvre du Grand Air pour les Petits

Logistieke organisatie

Œuvre du Grand Air pour les Petits

Korte situering

Op 15 juli 1896 verscheen in het liberale éénstuiverkrantje Le Petit Bleu du Matin een brief van Jules Carlier, industrieel en liberaal politicus uit Bergen. Carlier stelde voor om een liefdadigheidswerk op te richten zoals het Engelse A Day in the Country. Daar werden kinderen tijdens de vakantie bij families op het platteland geplaatst. Het door hem gestichte Œuvre du Grand Air pour les Petits, wilde zich van andere filantropische organisaties onderscheiden door zijn strikte onafhankelijkheid en neutraliteit. Daarom werden kinderen uit zowel officiële als katholieke scholen in eenvoudige, maar streng geselecteerde arbeidersgezinnen geplaatst. De jongens bij inwoners van Genval en de meisjes in Ter Hulpen. Daarnaast organiseerde het Œuvre du Grand Air ook kolonies. In Overijse zaten meisjes van katholieke scholen op semi-internaat bij zusters in een klooster.
Villa Maison du Grand Air in Wenduine ontving vanaf 1902 van april tot september om beurten groepen jongens en meisjes, zonder onderscheid van school. De villa had aanvankelijk een capaciteit van 45 bedden. De neutraliteit van het Œuvre du Grand Air pour les Petits moest ook blijken uit de samenstelling van het bestuur dat zowel uit liberalen, socialisten als katholieken bestond. 
In 1910 werd nog een speelzaal aan de villa gebouwd en ook een verdieping waardoor de capaciteit verdubbelde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de villa in Wenduine gesloten. Na de oorlog sloot het Œuvre met het pas opgerichte Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (zie: Kinderwelzijn in Knokke) een contract om zes groepen van honderd kinderen op te nemen, telkens voor twee maanden.
Door het vertrek van de Soeurs de la Charité kon het Œuvre in 1932 een klein klooster naast de villa verwerven. Na de Tweede Wereldoorlog werd de villa vernieuwd en in 1946 heropend. Het grootste deel van de kolonistjes kwam uit de agglomeratie Brussel, maar vanaf eind jaren 1950 logeerden er ook kinderen van Italiaanse, Spaanse, Griekse en Franse metaalarbeiders uit de regio Luik naar Wenduine.
In 1962 besliste de raad van beheer een einde te stellen aan de activiteiten. Na de oorlog was men er niet meer in geslaagd de collectes opnieuw te organiseren en de inkomsten konden de hoge kosten niet meer bijhouden.

Meer info

Om het werk te financieren werden, naast de gebruikelijke collectes, ook bons de vacances verkocht. Elke gift van 5 frank gaf recht op een bon die de inschrijver aan een kind van zijn keuze mocht geven. Het kind moest wel tussen de 6 en de 11 jaar oud zijn en behoeftig. Met deze bon kon het uitverkoren kind één week met vakantie. Hetzelfde kind kon meerdere bons krijgen. Voor het vertrek moesten de kinderen wel nog een medisch onderzoek ondergaan. Zieke kinderen en kinderen met luizen werden geweigerd.

In 1900 kreeg het Œuvre de bescherming van prinses Elisabeth. Elk jaar stuurde de prinses - en latere koningin - twaalf kinderen op haar kosten naar het Maison du Grand Air. Aanvankelijk koos ze die zelf, later vroeg ze aan verschillende organisaties (waaronder het Leger des Heils, de Vereniging der Moeders, Oorlogsweduwen en Weduwen der Verminkten en het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten van België) welke kinderen zij wilden sturen. Ze bezocht ook meermaals het home in Wenduine. In 1919 stuurde de Belgische Kamer van Koophandel in de Verenigde Staten een cheque van 1000 dollar aan koningin Elisabeth bestemd voor het Œuvre du Grand Air om er de oorlogsschade mee te herstellen.
Ook de krant Le Soir gaf regelmatig schenkingen.

Het Œuvre du Grand Air pour les Petits werd door de andere filantropische organisaties, zoals Les Marçunvins en Le Progrès, verworpen. Ten eerste was het geen liberaal initiatief dat opkwam voor het officieel onderwijs en ten tweede laakte men het plaatsen van kinderen in gezinnen wegens het moeilijker toezicht en het tekort aan hygiëne. Zij riepen de liberalen dan ook op om hun giften alleen aan hun instellingen te geven. Zie voor Les Marçunvins: Villa scolaire Benjamin Crombez in Westende en voor Le Progrès: Schoolvilla Le Progrès in Uitkerke (Blankenberge).

Extra

Jules Carlier (1851-1930) was vanaf 1897 vicevoorzitter van de Conseil Supérieur de l'Industrie et du Commerce en werd in 1907 secretaris-generaal van het Comité Central Industriel. Hij had belangrijke bestuursfuncties in de Charbonnages de Bois-du-Luc, de Société John Cockerill enz. Als we bekijken wie de donateurs van het Œuvre du Grand Air waren, zien we onder meer de industrieel Raoul Warocqué (ook actief in de steenkoolmijnen), de voorzitter van de Franse Kamer van Koophandel en Industrie: Garrigues, de Société Cockerill, de Société Bois-du-Luc en de Société de Charbonnages Réunis.
Kolen werden dan ook gratis geleverd aan de kolonies. Val-Saint-Lambert leverde glazen en karaffen, Otto Wiskeman vorken en lepels, Boch frères et Cie serviezen, de Société Old England zorgde voor petten,  De Beukelaer gaf koekjes en de grands magasins Léonhard Tietz stuurden speelgoed. Ook Ernest Solvay, grootindustrieel en scheikundige, wordt vermeld als weldoener en er werd zelfs een Fondation Madame Ernest Solvay opgericht voor de financiering van het Œuvre. De bedrijven stuurden ook de kinderen van hun werknemers op kolonie naar Wenduine. De Société Cockerill stuurde ook weeskinderen naar het Maison du Grand Air.

Na elke vakantie werd een prix de sagesse uitgereikt. Dat was een horloge voor de jongens en een broche voor de meisjes. De kinderen duidden zelf aan wie de prijs had verdiend.

De gemeente Sint-Joost-Ten-Noode stuurde kinderen van de gemeentescholen voor een vijftiental dagen naar deze kolonie. Ze stelde hiervoor rond 1910 2500 frank ter beschikking van het Œuvre du Grand Air. Ook het Œuvre du Grand Air van Charleroi, Mons en Ensival plaatsten hun beschermelingen in het huis opgericht door Jules Carlier.

Literatuur

P. JACOB, Modernisme aan de Belgische kust: kinderverblijven tijdens het Interbellum, Sint-Lukas Brussel, eindverhandeling, 1990, p. 8.

D. PERTZ, Het sociaal toerisme. In: Te kust en te kuur. Badplaatsen en kuuroorden in België 16de-20ste eeuw, Brussel: ASLK, 1987, p. 163.

E. PLANTET & A. DELPY, Colonies de vacances et oeuvres du grand air en France et à l'étranger, Parijs: Hachette, 1910, p. 456, 459, 460.  

L. SAINT-VINCENT, Belgique Charitable, nouvelle édition refondue et complétée pas Mme Ch. Vloeberghs,  Albert Dewit, 1904. Te raadplegen op: http://users.skynet.be/zwysen/Jeugdzorg/kolonies.htm

Bronnen

Algemeen Rijksarchief Brussel, Archief Ernest Gossart, L'Œuvre du Grand Air pour les Petits 1896-1906.

Koninklijk Archief van het Koninklijk Paleis, Archief Privésecretariaat Albert-Elisabeth, 2052 en 229, Dossier Œuvre du Grand Air en schrift met liefdadigheidswerken van Elisabeth.

Algemeen Rijksarchief Brussel, Archief Ernest Gossart, Verslagen Œuvre du Grand Air pour les Petits.

http://paola.erfgoed.net/sdx/inventaris/toon.xsp?id=54688&base=objekt&qid=sdx_q4&p=1

<top

 

<top



Getuigenissen



Audio



Video



<top

Plaats uw herinnering


Commentaar
Zoeken
socrates  - Oeuvre du grand air   |84.194.126.xxx |2010-11-18 21:25:19
Als 9-jarige zag ik voor het eerst de zee. Ook voor het eerst werd ik voor
langere tijd gescheiden van mijn ouders. Ik meen dat de groep kinderen die er
verbleven zowel Frans-als Nederlandstalig waren. Ik had er voortdurend honger.
Het was een grote groep kinderen en ik voelde mij er totaal verloren en angstig.
Die angst nam nog enkel toen bij het spel op het strand, een van de kinderen
bedolven raakte in een diepe put en uiteindelijk door verstikking overleed. De
jonge meisjes die op ons moesten letten waren zelf immers nog kinderen, toen zij
door hadden dat er een jongen onder het zand lag kwam hun handmatig graven te
laat. Sindsdien heb ik een hekel aan de Noordzee.
MASSON Christian  - grand air   |91.182.89.xxx |2010-07-20 15:37:25
Het hoofdgebouw van de Grand Air was gelegen in de Kerkstraat, naast het
klooster van de zusters (Sacré Coeur of Heilig Hart). Een bijgebouw (met grote
zaal) was gelegen in de Goedeluchtstraat.
De kinderen van de Grand Air droegen
blauwe kappen. Ze gingen dagelijks van de Kerkstraat in lange rijen per
leeftijdsgroep naar grote strandtenten (strand kant Blankenberge). De maaltijden
gingen mee met rieten manden. Tijdens het marcheren werd er gezonden: Un
kilomêtre à pied, ça use, ça use, ça use les souliers. Deux kilomêtres à
pied, enz.
De mogelijkheid om commentaren te plaatsen werd stopgezet op 15/05/2012. Gelieve mededelingen te doen via de knop Contact bovenaan de pagina. Wij danken allen die ons langs deze weg informatie bezorgd hebben!

3.26 Copyright (C) 2008 Compojoom.com / Copyright (C) 2007 Alain Georgette / Copyright (C) 2006 Frantisek Hliva. All rights reserved."

 
< Vorige   Volgende >
  amsablogoklein.png
logo_ovl_bl_3q.jpg